PLAN VAN AANPAK VERSTERKEN GEMEENTE DELFZIJL 2020
Voor een veilig en toekomstbestendig Delfzijl!
VERSTERKINGSPROGRAMMA DELFZIJL

Omvang van de gemeentelijke werkvoorraad

Op basis van het HRA-model bepaalden we de omvang van de versterkingsopgave binnen de hele aardbevingsregio. De werkvoorraad van de versterkingsoperatie bestaat uit: 

  • Alle adressen met een verhoogd (P50) en een licht verhoogd (P90) risicoprofiel, aangevuld met gebouwen die sterke gelijkenissen vertonen. 
  • Gebouwen die al in het versterkingsprogramma zijn opgenomen voordat deze systematiek werd ingevoerd. 
  • Gebouwen die door toepassing van de discretionaire bevoegdheid van de burgemeester zijn voorgedragen.

Jaarlijks wordt de HRA geactualiseerd. Hierdoor voegen we ook nieuwe adressen aan het programma toe. Deze adressen vullen we aan met gebouwen die veel op elkaar lijken. 

Voor de gemeente Delfzijl betekent dit dat ten opzichte van het vorige plan van aanpak (2533 adressen) we 900 adressen toevoegden, met name met een licht verhoogd risico. We voegden 18 adressen met een verhoogd risico toe. In de linker tabel is de laatste versie van de versterkingsopgave weergegeven.

De stad Delfzijl heeft 3461 adressen in het versterkingsprogramma. In de rechter tabel is dit aantal uitgewerkt op wijk- of buurtniveau.

De versterkingsopgave is groot en heftig voor bewoners. We vinden het noodzakelijk om inwoners op een goede manier te begeleiden tijdens dit proces. Inwoners moeten controle kunnen houden op hun eigen (woon)toekomst. De versterkingsopgave kan daarnaast in onze gehele omgeving (onze openbare ruimte) grote veranderingen met zich meebrengen.  

Bij de versterking staat veiligheid van onze inwoners voorop. Maar de gemeente Delfzijl wil de uitvoering van de versterking ook graag koppelen aan andere beleidsdoelen. Doelen kunnen per wijk of dorp verschillen (bijvoorbeeld wijk- of dorpsvernieuwing, energieprojecten, levensloopbestendig wonen of zorgvoorzieningen). Centraal staat de bewoner, die we zo snel mogelijk duidelijkheid willen geven over zijn of haar (woon)toekomst. Waar mogelijk, koppelen we de versterkingsopgave aan andere doelen. 

We kiezen voor een gebiedsgerichte aanpak als de versterkingsopgave in een bepaald dorp of wijk groot is, en er heel veel huizen in de lijst zijn opgenomen. Voor de start onderzoeken we of dat dorp (of wijk) bepaalde knelpunten heeft en of er beleidsdoelstellingen zijn. Hiervoor maken soms gebruik van de gemeentelijke praktijk van gebiedsgericht werken. 

Als de versterkingsopgave in aantallen klein is in een dorp of wijk, dan maken we voor deze woningen één op één een plan voor versterking (objectgericht). Dit betekent dat in principe alleen de eigenaren van de woningen die beoordeelt of versterkt moeten worden, begeleid worden. Dit kan per persoon zijn of in kleine groepjes. De omwonenden die geen woning hebben waar versterking nodig is, worden niet begeleid. 

We komen steeds meer te weten over de versterking en de manieren om dit te doen. De ontwikkeling van de (wetenschappelijke) kennis heeft natuurlijk gevolgen voor de methodes die we kiezen. Dit heeft als nadeel dat niet alle gebouwen in het versterkingsprogramma op dezelfde manier beoordeeld worden. Of dat ze niet dezelfde regelingen krijgen. We willen voorkomen dat binnen een dorp of wijk verschillen in aanpak gaan komen. Daarom streven we naar gelijke regelingen in dezelfde periode binnen een wijk of dorp.

de gemeentelijke aanpak
De volgorde bepalen (prioritering)

De versterkingsopgave is zo omvangrijk, dat we niet alle gebouwen tegelijk kunnen opnemen en beoordelen. Per jaar is er helaas een beperkte ruimte beschikbaar. Daarom bepalen we een volgorde (prioriteren). Afgesproken is dat we gebouwen met het hoogste risicoprofiel eerder opnemen dan gebouwen met een lager risico. 

In 2019 zijn alle gebouwen met een verhoogd risicoprofiel opgenomen en is gestart met de beoordeling daarvan. Door de vernieuwing van de risicosystematiek HRA kwamen er dit jaar 18 adressen bij met een verhoogd risicoprofiel. Ook deze zullen we zo snel mogelijk opnemen en beoordelen.

Wij hebben ervoor gekozen om daarna te prioriteren op basis van:

  • gewekte verwachtingen naar bewoners; 
  • de maatschappelijke opgave; 
  • zo goed mogelijk inzetten van beschikbare beoordelingsruimte;
  • en de omvang van de opgave in een dorp of wijk. 

Op deze wijze kunnen we een aantal gebiedsgerichte benaderingen voortzetten of opstarten. 

Tenzij sprake is van een dringend risico voor de veiligheid maken we in de uitvoering geen verschil in de risicoprofielen. Als uit een beoordeling blijkt dat een woning niet voldoet aan de veiligheidsnorm 10-5 dan wordt zo snel mogelijk, en uiterlijk binnen vijf jaar, die woning versterkt. Om praktische redenen (bijvoorbeeld de voorbereidingstijd om te kunnen bouwen of het vermogen van een wijk om met alle veranderingen om te gaan), verdelen we in overleg met de bewoners de plannen in fases. Het is namelijk onmogelijk om alle huizen gelijktijdig te verbouwen. Het leven in een dorp of wijk moet tijdens de bouwwerkzaamheden veilig en leefbaar blijven. 

Bovenstaande leidt tot de volgende gemeentelijke prioritering:

  1. Zandplatenbuurt
  2. Gebouwen met een verhoogd risicoprofiel 
  3. Meedhuizen 
  4. Tuikwerd 
  5. Wagenborgen
  6. Holwierde
  7. Overige kernen


Uitgangspunten en samenvatting van de ambities
Uitvoering 2020
Overige programma's
Opname en beoordeling 2020
VERSTERKINGSPROGRAMMA DELFZIJL

Omvang van de gemeentelijke werkvoorraad

Op basis van het HRA-model bepaalden we de omvang van de versterkingsopgave binnen de hele aardbevingsregio. De werkvoorraad van de versterkingsoperatie bestaat uit: 

  • Alle adressen met een verhoogd (P50) en een licht verhoogd (P90) risicoprofiel, aangevuld met gebouwen die sterke gelijkenissen vertonen. 
  • Gebouwen die al in het versterkingsprogramma zijn opgenomen voordat deze systematiek werd ingevoerd. 
  • Gebouwen die door toepassing van de discretionaire bevoegdheid van de burgemeester zijn voorgedragen.

Jaarlijks wordt de HRA geactualiseerd. Hierdoor voegen we ook nieuwe adressen aan het programma toe. Deze adressen vullen we aan met gebouwen die veel op elkaar lijken. 

Voor de gemeente Delfzijl betekent dit dat ten opzichte van het vorige plan van aanpak (2533 adressen) we 900 adressen toevoegden, met name met een licht verhoogd risico. We voegden 18 adressen met een verhoogd risico toe. In de eerste tabel is de laatste versie van de versterkingsopgave weergegeven.

De stad Delfzijl heeft 3461 adressen in het versterkingsprogramma. In de tweede tabel is dit aantal uitgewerkt op wijk- of buurtniveau.

de gemeentelijke aanpak

De versterkingsopgave is groot en heftig voor bewoners. We vinden het noodzakelijk om inwoners op een goede manier te begeleiden tijdens dit proces. Inwoners moeten controle kunnen houden op hun eigen (woon)toekomst. De versterkingsopgave kan daarnaast in onze gehele omgeving (onze openbare ruimte) grote veranderingen met zich meebrengen.  

Bij de versterking staat veiligheid van onze inwoners voorop. Maar de gemeente Delfzijl wil de uitvoering van de versterking ook graag koppelen aan andere beleidsdoelen. Doelen kunnen per wijk of dorp verschillen (bijvoorbeeld wijk- of dorpsvernieuwing, energieprojecten, levensloopbestendig wonen of zorgvoorzieningen). Centraal staat de bewoner, die we zo snel mogelijk duidelijkheid willen geven over zijn of haar (woon)toekomst. Waar mogelijk, koppelen we de versterkingsopgave aan andere doelen. 

We kiezen voor een gebiedsgerichte aanpak als de versterkingsopgave in een bepaald dorp of wijk groot is, en er heel veel huizen in de lijst zijn opgenomen. Voor de start onderzoeken we of dat dorp (of wijk) bepaalde knelpunten heeft en of er beleidsdoelstellingen zijn. Hiervoor maken soms gebruik van de gemeentelijke praktijk van gebiedsgericht werken. 

Als de versterkingsopgave in aantallen klein is in een dorp of wijk, dan maken we voor deze woningen één op één een plan voor versterking (objectgericht). Dit betekent dat in principe alleen de eigenaren van de woningen die beoordeelt of versterkt moeten worden, begeleid worden. Dit kan per persoon zijn of in kleine groepjes. De omwonenden die geen woning hebben waar versterking nodig is, worden niet begeleid. 

We komen steeds meer te weten over de versterking en de manieren om dit te doen. De ontwikkeling van de (wetenschappelijke) kennis heeft natuurlijk gevolgen voor de methodes die we kiezen. Dit heeft als nadeel dat niet alle gebouwen in het versterkingsprogramma op dezelfde manier beoordeeld worden. Of dat ze niet dezelfde regelingen krijgen. We willen voorkomen dat binnen een dorp of wijk verschillen in aanpak gaan komen. Daarom streven we naar gelijke regelingen in dezelfde periode binnen een wijk of dorp.

De volgorde bepalen (prioritering)

De versterkingsopgave is zo omvangrijk, dat we niet alle gebouwen tegelijk kunnen opnemen en beoordelen. Per jaar is er helaas een beperkte ruimte beschikbaar. Daarom bepalen we een volgorde (prioriteren). Afgesproken is dat we gebouwen met het hoogste risicoprofiel eerder opnemen dan gebouwen met een lager risico. 

In 2019 zijn alle gebouwen met een verhoogd risicoprofiel opgenomen en is gestart met de beoordeling daarvan. Door de vernieuwing van de risicosystematiek HRA kwamen er dit jaar 18 adressen bij met een verhoogd risicoprofiel. Ook deze zullen we zo snel mogelijk opnemen en beoordelen.

Wij hebben ervoor gekozen om daarna te prioriteren op basis van:

  • gewekte verwachtingen naar bewoners; 
  • de maatschappelijke opgave; 
  • zo goed mogelijk inzetten van beschikbare beoordelingsruimte;
  • en de omvang van de opgave in een dorp of wijk. 

Op deze wijze kunnen we een aantal gebiedsgerichte benaderingen voortzetten of opstarten. 

Tenzij sprake is van een dringend risico voor de veiligheid maken we in de uitvoering geen verschil in de risicoprofielen. Als uit een beoordeling blijkt dat een woning niet voldoet aan de veiligheidsnorm 10-5 dan wordt zo snel mogelijk, en uiterlijk binnen vijf jaar, die woning versterkt. Om praktische redenen (bijvoorbeeld de voorbereidingstijd om te kunnen bouwen of het vermogen van een wijk om met alle veranderingen om te gaan), verdelen we in overleg met de bewoners de plannen in fases. Het is namelijk onmogelijk om alle huizen gelijktijdig te verbouwen. Het leven in een dorp of wijk moet tijdens de bouwwerkzaamheden veilig en leefbaar blijven. 

Bovenstaande leidt tot de volgende gemeentelijke prioritering:

  1. Zandplatenbuurt
  2. Gebouwen met een verhoogd risicoprofiel 
  3. Meedhuizen 
  4. Tuikwerd 
  5. Wagenborgen
  6. Holwierde
  7. Overige kernen


heeft u
een vraag?
klik hier